Kauwen helpen het insectenbestand in te tomen en overleven zelfs in de meest barre omstandigheden. Ze hebben een erg uitgebreid dieet. Insecten, eieren, slakken en zelfs jonge vogels of zoogdieren slokken ze probleemloos naar binnen. Ook maïs of vruchten staan op hun menu. Het zijn echte alleseters.
Schade
De kauw lust alles. Pas bezaaide akkers, rijpe maïskolven en boomgaarden vol rijp fruit vormen een feesttafel voor deze vogelsoorten. Heel wat maatregelen helpen je om kraaiachtigen bij je oogst vandaan te houden. Onderaan vind je een overzicht van de preventieve basismaatregelen die je kunt nemen om schade door kauwen aan teelten, gewassen en andere goederen te voorkomen. Extra maatregelen kunnen het effect van je inspanningen versterken.
Kauw in je schouw
Kauwen bouwen hun nesten in schouwen, wat erg gevaarlijk kan zijn. Om dat te beletten dek je best alle openingen af met een stevig metalen rooster. Door ten laatste in februari een metalen (bij voorkeur inox) roostertje te plaatsen op de rookgaten, blijft je schouw kauwvrij. De maaswijdte mag maximum 3 cm bedragen, anders wringen de vogels zich er toch doorheen. In het verleden werd vaak gaasdraad gebruikt om de gaten af te schermen, maar die bleek niet bestand tegen de krachtige snavel van de vindingrijke vogels. Zorg ervoor dat je het rooster stevig vastmaakt.
Raadpleeg de folder hieronder voor meer info.
Bestrijding
Bieden deze maatregelen onvoldoende bescherming tegen schade door kauw? Dan kun je in bepaalde situaties overgaan tot bestrijding.
Sinds 1 september 2009 is het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer (het 'Soortenbesluit') van kracht. Die laat bestrijding toe, volgens de bepalingen in bijlage 3.
Wanneer kun je bestrijden?
De bestrijding van kauwen is enkel geoorloofd wanneer preventieve basismaatregelen gefaald hebben om schade te voorkomen. Bestrijding heeft uitsluitend betrekking op volgroeide individuen.
De kauw mag enkel worden bestreden om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen. Bestrijding kan het hele jaar worden ondernomen.
Wie kan bestrijden?
Bestrijding mag worden uitgevoerd door de eigenaar, huurder, exploitant, grondgebruiker(s) of bijzondere veldwachter van het bewuste terrein (alsook door een derde, op voorwaarde van een schriftelijke toestemming van de eigenaar, verhuurder, exploitant of grondgebruiker(s)). Bij de bestrijding moet bijzondere aandacht uitgaan naar de veiligheid, en naar de verenigbaarheid met activiteiten van andere gebruikers van het buitengebied.
Hoe kun je bestrijden?
De bestrijding mag worden uitgevoerd met volgende middelen.
- Vuurwapens. Gebruik van vuurwapens voor de bestrijding van kraaiachtigen is enkel toegestaan voor personen die in het bezit zijn van een geldig jachtverlof overeenkomstig de Vlaamse jachtregelgeving.
- Roofvogels, die op legitieme wijze in bezit worden gehouden.
- Trechtervallen en Larsen-kooien. Deze mogen enkel vangklaar worden opgesteld in de periode van 16 februari tot en met 15 oktober. De vallen/kooien worden dagelijks gecontroleerd en alle andere gevangen dieren dan de soorten waarvoor het gebruik van vallen is toegestaan, worden dadelijk ter plekke in vrijheid gesteld. Voor elke toegelaten val/kooi mag de aanvrager maximaal twee levende lokdieren van de te bestrijden soort in zijn bezit hebben, gebruiken en vervoeren. De lokdieren moeten voedsel, water en beschutting ter beschikking hebben. Een val/kooi bevat geen vlees of slachtafval als lokaas. Elke val/kooi wordt geïdentificeerd met een weersbestendig plaatje waarop de naam van de te bestrijden soort, het telefoonnummer van Natuur en Bos alsook - in voorkomend geval - het jachtverlofnummer van de plaatser van de val of het referentienummer van de verleende afwijking leesbaar vermeld staan. Daarnaast wordt de volgende tekst op het plaatje vermeld: Deze val is geplaatst conform de uitvoeringsmodaliteiten van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, bijlage 3.
- Akoestische hulpmiddelen, voor zover ze gericht zijn op de soort die wordt bestreden.
- Dode lokdieren, van dezelfde soort als waarvoor bestrijding aangevraagd is.
- Kunstmatige lokdieren.
Hoe moet je bestrijding aanvragen?
De bestrijding wordt bij Natuur en Bos van de Vlaamse overheid aangevraagd via het daartoe bestemde aanvraagformulier. Dit formulier bevat de specificaties omtrent de geplande bestrijding. Het formulier wordt naar Natuur en Bos gestuurd via e-mail of met een aangetekende brief. De bestrijding mag enkel aanvangen nadat een toestemming is verleend door Natuur en Bos, en mag maximaal tot het einde van het betreffende kalenderjaar duren. Tijdens het uitoefenen van de bestrijding moet een bestrijder altijd een kopie van de beslissing kunnen voorleggen.
Hoe moet je bestrijding nadien rapporteren?
Na de bestrijdingsactiviteit of na afloop van de bestrijdingskalender moet het aantal gedode dieren worden gerapporteerd aan de bevoegde provinciale dienst van Natuur en Bos waarin het grootste deel van het terrein of WBE-werkingsgebied is gelegen, via het daartoe bestemde rapportageformulier. Voor erkende wildbeheereenheden en onafhankelijke jachtrechthouders volstaat het om te rapporteren via hun jaarlijkse wildrapport.
Wat moet er gebeuren met de kadavers?
De dieren die het voorwerp zijn van bestrijding worden op een diervriendelijke manier gedood. Gedode specimens die niet voor consumptie worden genuttigd, dienen op een milieuhygiënisch verantwoorde manier te worden verwerkt.
Voor alle wettelijke bepalingen moet het Soortenbesluit worden geconsulteerd.
Schadevergoeding
Schade door de kauw aan gewassen worden niet vergoed. Ook voor schade aan goederen kun je geen vergoeding krijgen.